Wat twintigers aantrekkelijk werk vinden

Twee trainees van Nationale-Nederlanden aan het woord

Nu de economie weer opleeft, trekt ook de vraag naar jong talent aan. Wat maakt een werkgever voor jongeren aantrekkelijk en hoe bereik je hen het best? Twee twintigers – allebei sinds september 2016 trainee bij Nationale‑Nederlanden – geven hun mening. 

De reputatie van de financiële sector na de crisis is voor Oskar Kemperman (26) een reden om voor deze sector te kiezen. 'Er verandert op dit moment veel, dus is deze sector volop in beweging', zegt Oskar, productmanager én businessmanager. Annabel Clasing (27), ook productmanager, is het hiermee eens: 'Ik dacht dat een groot bedrijf als Nationale-Nederlanden heel formeel zou zijn, dus ik was heel positief verrast door de persoonlijke aandacht die ik krijg. Er kan en er gebeurt hier veel.'


Hoe kwamen jullie met Nationale-Nederlanden in contact?

Oskar: 'Op carrière-evenementen en via open dagen leerde ik de financiële wereld kennen. Ik ontdekte dat ik affiniteit heb met financiële producten en dienstverlening. Met de mensen van Nationale-Nederlanden had ik direct een klik. Ze waren erg open en goed benaderbaar. We hebben heel prettig met elkaar gesproken.'

Annabel: 'Na mijn studie ging ik werken voor een marketingbureau dat van Nationale-Nederlanden de opdracht kreeg om jong talent te werven. Bij toeval werkte ik dus intensief met Nationale-Nederlanden samen. Dit contact heeft me aangenaam verrast. De sfeer is goed en iedereen staat open voor samenwerking.'


Hoe bereik je jong talent het beste?

Annabel: 'Bij het marketingbureau deden we veel met Facebook. Doelgroepgericht communiceren, dat werkt goed. Je kunt ook flyers uitdelen op een school of universiteit.'

Oskar: 'Bouw een studentennetwerk op. Geef studenten een beloning als ze een kandidaat aanbrengen. Zo verdiende een vriendin ooit 100 euro aan mij!'

Annabel: 'Aanbevelingen via vrienden en kennissen is ook een goede manier. Dit kan een bedrijf praktisch inzetten door werknemers te vragen om actief te kijken naar geschikte talenten.'


Sluit jullie studie goed aan bij de praktijk?

Oskar: 'Niet echt, maar dat had ik ook niet verwacht. Je bent als student zelf verantwoordelijk om naast je studie ook andere vaardigheden te ontwikkelen. Ik heb commissiewerk gedaan bij mijn studentenvereniging, was bestuurslid van een sportvereniging en heb een aantal bijbaantjes gehad.'

Annabel: 'Ik heb geleerd om op een bepaalde manier te denken, maar vakinhoudelijk is dit werk niet vergelijkbaar met mijn studie. De activiteiten waar Oskar het over heeft, geven blijk van interesses en vaardigheden die voor Nationale-Nederlanden belangrijk zijn. Ik was zelf ook actief in studiecommissies en bij de faculteitsraad.'


Waarvan krijg je energie in je werk?

Oskar: 'Het contact met de klant. Veel mensen stellen het enorm op prijs dat ze persoonlijke aandacht krijgen van een medewerker van een groot bedrijf als Nationale-Nederlanden.'

Annabel: 'Het management spoort ons aan om mee te denken over hoe het anders kan. Juist omdat we jong zijn en een frisse blik hebben, vraagt Nationale-Nederlanden onze mening. Wij jongeren zijn flexibel. Ik krijg er energie van om samen met mensen van verschillende afdelingen hetzelfde doel na te streven.'


Zingeving en voldoening zijn belangrijker voor jongeren dan salaris. Klopt die stelling?

Annabel: 'Financiële producten helpen mensen bij belangrijke beslissingen in hun leven. Aan dat maatschappelijke doel werk ik graag mee. Wij mogen veel en draaien ook mee op hoog niveau binnen de organisatie.'

Oskar: 'Motivatie is belangrijk. Als ik wil, kan ik dag en nacht met mijn werk bezig zijn. Maar dan moet het werk wél leuk zijn. Ik vind het belangrijk dat ik vrijheid heb, mijn eigen ritme kan bepalen.  In de avond of in het weekend klap ik mijn laptop regelmatig nog even open. Mocht ik eens iets eerder van mijn werk moeten vertrekken, dan kijkt niemand vreemd op. Dan vind ik het ook geen probleem om af en toe eens buiten kantoortijd door te werken.'

Mail uw vraag

​​​​​​​'Ik vind het geen probleem om hard te werken. Maar ik wil wél mijn eigen ritme kunnen bepalen.'